Interview: Vincent Brijs (BRZZVLL)


De Antwerpenaars van BRZZVLL bewijzen op hun derde plaat ‘Polemicals’ (****) weer een stuk dichter naar een eigen ‘funked-up’ sound te zijn gegroeid. Wij mochten aan tafel met stamhoofd Vincent Brijs.

Enkele jaren terug waren jullie nog ‘Brazzaville’, vanwaar de naamsverandering?

Vincent Brijs: (lacht) Dat was noodgedwongen omdat er buiten mijn weten nog een Amerikaanse indierock-band bestond met dezelfde naam. Ze zijn minder bekend dan wij, maar gezien zij al 9 albums uit hadden en in haatmails met een proces dreigden, moesten we inbinden.  Vóór de naamswijziging stonden onze nummers op iTunes door elkaar, maar nu iedereen de afkorting kent, komen ze automatisch bij ons terecht.

Op jullie nieuwe hoes dragen jullie allemaal een retro-futuristisch hoofddeksel, zit daar een filosofie achter?

Vincent Brijs: In de Chinese opera dragen de acteurs exclusieve kronen, die ik heel chique vind. Mijn beste maat, costumier Wim Muylaert liet zich door dat idee inspireren en ging samen met Ellen Anthoni aan de slag met allerhande goedkoop materiaal dat hij in De Krak (Antwerpse discountwinkel) vond. (lacht) Ik vind het resultaat wel geslaagd.

Dit is jullie tweede album voor het Duitse label Melting Pot Music, dat zich vooral in hiphop specialiseert. Hoe zijn jullie daar terecht gekomen?

Vincent Brijs: Dat is eigenlijk via Lefto gegaan. Hij zag ons een paar keer spelen in de Brusselse Tavernier en omdat hij ons zo goed vond, liet hij onze naam vallen bij Melting Pot. Toen ik met onze vorige plaat ging ‘shoppen’, toonden zij meteen interesse. Gezien zij vroeger in het verleden ook al funk van Kutiman en Lefties Soul Connection uitbrachten, leek het ons wel een goede keuze. In België is er sowieso niet echt een scene voor het soort funk dat wij maken.

 
Een groep met 6 leden leiden is vast geen sinecure?

Vincent Brijs: Wel, ik word er beter in. (lacht) Er zijn geen grote ego’s in de groep, dus dat valt goed mee. We zijn ook goede vrienden, maar iedereen heeft wel z’n eigen mening. We proberen dus zoveel mogelijk democratisch te werken, maar soms moeten er nu eenmaal knopen worden doorgehakt.

Op jullie vorige plaat werden jullie nog bijgestaan door Ben Lamdin ofte Nostalgia77, vanwaar de beslissing deze keer alles zelf te doen? 

Vincent Brijs: Nostalgia heeft ons wel geholpen bij de mixage, maar niet echt bij de productie. (lacht) Ik begrijp wel dat het label het belangrijk vond zijn naam te vernoemen. Het was een verrijkende ervaring om met hem te werken, maar qua budget weegt zoiets wel zwaar door. (lacht) Ik wil nog steeds iedereen kunnen betalen na een concert. We hebben nu een eigen studio, waardoor we veel meer vrijheid hebben: je kan gewoon het hele jaar door opnemen. En omdat we intussen ook beter leerden mixen, deden we alles gewoon lekker zelf.

Op jullie vorige plaat leverden Gregory Frateur van Dez Mona en Joy Frempong vocale bijdragen, ‘Polemicals’ is –op het hilarische ‘Gagball’ na- bijna volledig instrumentaal. Een bewuste keuze?

Vincent Brijs: Het is fantastisch om met zulke getalenteerde mensen in de studio te zitten, maar ik vind samenwerken niet makkelijk. Je gaat al snel toegevingen doen, voor commerciële of andere redenen. Door het vele schaven aan sommige songs voelden ze voor mij op den duur overgeproduceerd aan, waardoor ik er niet volledig gelukkig over ben. Ik heb niets tegen pop, maar op muzikaal vlak wil ik niet te veel toegevingen doen. Ik ben dan ook blij dat we deze plaat zo goed inspeelden. Zo hebben we achteraf veel minder werk én behouden we onze ‘vrije’ sound.
‘Gagball’ was eigenlijk gewoon een werktitel. Ik had die groove thuis in elkaar gestoken en toen ik er een naam op moest plakken viel mijn oog op een oude scratch-plaat ‘Gagball-breaks’ genaamd. De samples haalden we uit commercials voor SM-stuff op internet. (lacht) Er zit geen boodschap in de song, maar je kan er wel een soort manifest tegen de consumptiemaatschappij in zien: je kan mensen tegenwoordig echt alles aansmeren.


In de openingstrack zitten Arabische klanken, is dat een nieuwe invloed?

Vincent Brijs: ‘Jericho’ is puur toevallig ontstaan. Andrew (Claes) had op een rommelmarkt een oude banjomandoline gekocht, een instrument dat je niet zo vaak tegenkomt. Ze stond nogal vals, maar had een heel grave sound. Een riff mondde uit in een jam van 20 minuten die zo goed klonk dat we er mee aan de slag zijn gegaan. Het zoeken van nieuwe geluiden is voor ons dus heel belangrijk, we willen niet steeds aan dezelfde klank vasthouden.

 
In de intro van titelnummer ‘Polemicals’ wordt het beeld geschetst van een futuristische maatschappij waar eenheidsworst de norm is en de burgers niets anders dan platte commerce door de strot geduwd krijgen.

Vincent Brijs: (lacht) De tekst is van mijn broer, hij kan zich nogal druk maken in de uitwassen van het kapitalisme. Als je de plaat in reverse afspeelt, hoor je welke artiest hij er precies van langs geeft. Ik snap zijn kritiek wel hoor, maar ik wil ook geen mensen tegen de schenen gaan schoppen. Dat zou een beetje flauw zijn.

Met een beetje slechte wil zou je er ook een subtiele kritiek op jullie nieuwe burgemeester in kunnen horen. 

Vincent Brijs: (lacht) Misschien speelde dat ook wel mee. Ik merk wel dat het leeft bij vrienden en familie, maar we mogen ons niet laten meeslepen door het angstgevoel dat sommige politici willen creëren. Ik ben geen doemdenker, ik denk dat de huidige situatie van voorbijgaande aard is. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat we niet op onze hoede moeten zijn.

Terug naar de muziek. Hangt het stoffig imago van de wereldmuziek nog als een dreigende schaduw over jullie muziek?

Vincent Brijs: Nee hoor. Gelukkig zijn er zijn tegenwoordig veel meer ‘noemers’, er wordt gesproken over afrobeat, ethio-jazz, … Al die genres worden schurken tegenwoordig tegen de ‘urban’-scene aan.  Maar eigenlijk vallen we ook daar een beetje uit de boot, omdat we geen pure afrobeat maken. Ik zou dat ook niet willen, ik wil niet louter iets nadoen om in een vakje te passen. Het zou wel makkelijker zijn om iets te doen dat echt ‘afgebakend’ is want op commercieel gebied is dat interessanter. Maar ik vind dat niet tof, ik wil de uitdaging om mijn eigen ding te zoeken blijven aangaan. Natuurlijk laten we ons beïnvloeden, maar een volledige afrobeat- of funkjazzplaat zal je van ons nooit horen. Ik vind het ontwikkelen van een eigen geluid veel belangrijker dan commercieel succes en ik geloof dat die aanpak -weigeren om toegevingen te doen- uiteindelijk toch zijn vruchten zal afwerpen.  

Bedankt voor het gesprek!   

(Dit interview verscheen eerder op www.cuttingedge.be)

Comments