Interview: James Pants


Vorige week zaterdag was het volop genieten in de Brusselse Madame Moustache: James Pants speelde er in een korte maar krachtige set de pannen van het dak. Het Stones Throw-buitenbeentje mag tijdens zijn concerten dan wel de allures van een cultleider hebben, naast het podium blijkt hij een uitermate vriendelijk en bescheiden kerel te zijn. Zo vriendelijk dat hij ruim de tijd nam om onze vragen te beantwoorden…

James, enkele weken geleden speelde je naast James Chance in Nantes. De gelijkenissen tussen jullie namen en attitude zijn opvallend, maar zijn ze ook bewust gekozen?


James Pants: Het is grappig dat veel mensen denken dat ik mijn naam op de zijne heb gebaseerd, want eigenlijk is het een troetelnaam: m’n vriendin noemde me steeds ‘fancypants’ of ‘stinkypants’ en daar heb ik  gewoon m’n voornaam bij gezet. Ik ben wél fan van Chance. Hij brengt punk en funk samen en omarmt daarbij zijn eigen whiteness, iets wat ik zelf ook doe.


Als we een ingrediëntenlijst van jouw muzikale bouillabaisse zouden moeten opstellen, zouden we denken aan grote brokken punk en funk waar een flinke snuif psychedelica aan is toegevoegd.

James Pants: Dat is geen slechte schatting. Nu, telkens ik een plaat maak wil ik een volledig nieuwe sound en zoek ik een genre waar ik geen ervaring mee heb. Oorspronkelijk had ik gewoon enkele fantastische ‘80s funk-plaatjes waar ik zó gek op was dat ik zelf aan het opnemen ben geslagen. Door m’n gebrek aan skills klonk het eindresultaat helemaal anders, maar ‘Welcome' bleek vreemd genoeg in de smaak te vallen. (lacht) Waardoor mensen natuurlijk teleurgesteld waren toen ik daarna met een album vol psychedelica (‘SevenSeals’) op de proppen kwam. Omdat al die coole platen uit de jaren ‘60 en ‘70 steeds duurder werden, ben ik de laatste jaren meer fifties-stuff gaan kopen: Sinatra, Frankie Avalon, … Die platen waren de inspiratie voor m’n derde, ‘James Pants’.
Sinds ik in Keulen woon (Pants is afkomstig uit Spokane, Washington) heb ik ook techno, jungle en andere repetitieve elektronische muziek leren kennen, totaal nieuw voor mij. (lacht) Vroeger wou ik er niet naar luisteren omdat veel shitty people er dol op waren. De stuff die ik nu maak is dan ook heel repetitief; geen trance of zo, maar het neigt wel naar techno en ambient. Ik amuseer me gewoon: omdat ik niets van het genre ken, ben ik volledig vrij. Ik vind het cool om steeds weer nieuwe uitdagingen te zoeken.

Commercieel gezien is het misschien geen al te slimme zet.

James Pants: Dat is helaas volledig waar. Ik schiet mezelf telkens weer in de voet omdat ik altijd iets anders wil doen, maar dat houdt het voor mij interessant. Mijn eerste album was nogal disco-gericht, en daarom werd ik in die periode regelmatig  geboekt voor overhypete boogie-feestjes. (lacht) Waar mijn eclectische platenkeuze dan niet steeds op veel appreciatie mocht rekenen. Soms wou ik dat het anders was en dat ik me op één genre kon concentreren, maar dit is het resultaat is van té veel internet. Of misschien heb ik wel één of andere vorm van muzikale ADHD…





Veel van je songs zijn pareltjes, maar je lijkt ze steeds onder de modder te willen begraven. Is dat een bewuste keuze of komt dat gewoon vanzelf?

James Pants: Hmm, goeie vraag. Ik probeer m’n eigen songs niet per se te saboteren of opzettelijk slecht te doen klinken, maar een groot deel van het probleem is dat ik gewoon erg zwak ben in het afmixen van songs. Ik ben geen geluidstechnicus en heb geen degelijke technische scholing gehad, meestal weet ik dus niet echt wat ik precies aan het doen ben… 

Wij zijn er van overtuigd dat jij in staat bent perfecte popsongs af te leveren waar pakweg Beyoncé wereldhits mee scoort. Zie je jezelf ooit ‘pure’ popmuziek maken?

James Pants:  Eerst en vooral: ik hou van Beyoncé, het zou fantastisch zijn om songs voor haar te schrijven. Ik heb veel bewondering voor getalenteerde mensen die zowat elke lied naar hun hand kunnen zetten en muzikanten die alle genres aankunnen, zoals The Neptunes. Ik zou heel graag wat meer commerciële stuff doen, zoals muziek voor tv-shows of euh… commercials. (lacht) Het zal er waarschijnlijk nooit van komen, hoor. Alhoewel: vorig jaar mocht ik een track leveren voor een kinderprogramma, waar Erykah Badu over gezongen heeft. Dat was toch wel een hoogtepuntje. Het liefst van al zou ik gewoon constant muziek willen maken. Voor shows word ik immers altijd zo enorm zenuwachtig dat ik er van de stress enkele levensjaren bij inschiet…

‘New album within striking distance’, tweette je onlangs. Kan je iets preciezer zijn?

James Pants: Wel, volgende week verwachten mijn vrouw en ik een eerste kindje, een gebeurtenis die je leven toch wel wat overhoop gooit. (lacht) Laten we het op eind dit jaar houden…

Gefeliciteerd, wij beginnen alvast te popelen!


(Dit interview verscheen op www.cuttingedge.be
 

Comments