Dour 2013: dag 3


Hiatus Kaiyote ****

Binnenkort te groot
We waren al aangenaam verrast toen we onlangs lazen dat ‘Tawk Tomahawk’, de uitstekende debuutplaat van Hiatus Kaiyote, binnenkort een re-release krijgt via een sublabel van Sony. Nu we de Australische neo/future-soulband ook in levende lijve aan het werk hebben gezien, zijn we nog meer overtuigd van het potentieel van het kwartet.

De goed op elkaar ingespeelde band koppelde funky instrumentatie met een licht psychedelisch tintje aan de jazzy vocalen van de charismatische frontvrouw Nai Palm, een soort kruising tussen Bjork en Erykah Badu met gigantische oorbellen en gouden kralen in het haar. Van haar Aussie bindteksten begrepen we geen snars, maar we konden uit haar kamerbrede glimlach wél opmaken dat ze gecharmeerd was door de spontane en algeheel positieve reacties. Het zou ons allesbehalve verbazen indien deze band tegen volgend jaar is 'afgestudeerd' en Werchter of Pukkelpop aan de deur komen kloppen. Potentieel toppertje.
Zebra Katz ***

Gay power

Zebra Katz, samen met Mykki Blanco één van de voornaamste vertegenwoordigers van de steeds groter wordende Queer-rapscene, kwam samen met zijn vrouwelijke sidekick Njena Reddd Foxxx de Dancehall onveilig maken. Geruggensteund door een batterij loodzware, maar zeer aanstekelijke beats pompte het duo een fikse dosis energie in het nog vrij lome Dourpubliek.

Hoewel de lyrics zich inhoudelijk beperkten tot punchlines en battleraps konden we ons niet van de indruk ontdoen dat heel wat hedendaagse rappers wat betreft inleving en partyattitude een pak kunnen leren van deze jonge Amerikanen: vooral Njena's flow was bij momenten indrukwekkend. Ook qua showgehalte viel er weinig of niets te klagen (meneer Katz ejaculeerde op een bepaald ogenblik zelfs champagne over de eerste rijen), maar toch kon deze typische clubmuziek geen vol uur boeien. Als meneer Katz zijn oeuvre verder ontwikkeld, zien wij hem volgend jaar graag terug!
Apollo Brown & Guilty Simpson ***

For the 'D'

Apollo Brown en Guilty Simpson zorgden met ‘Dice game’ voor één van onze favoriete hiphopplaten van vorig jaar: dope boombapbeats en rechttoe rechtane rhymes herinnerden ons eraan hoe echte hiphop hoort te klinken. Het was dan ook geen verrassing dat Brown de ene ruggengraatbrekende beat na de andere uit zijn draaitafel toverde en dat Simpson er met veel genoegen zijn oldschoolflow over drapeerde, uiteraard tot genoegen van de hiphopheads.

Het duo liet niet na hun onlangs failliet verklaarde thuisstad Detroit te representen, en eerden en passant ook de betreurde J Dilla. Dat Guilty in toptracks als ‘I can do no wrong’ en ‘One man’ iets trager klonk dan normaal is hem, gezien de verzengende hitte, vergeven. Brown en Simpson staan garant voor een zeer degelijke hiphopshow.
The Herbaliser ****

Absolutely wicked

Na hun best te pruimen album ‘There were seven’ van vorig jaar, waren wij opnieuw benieuwd geraakt naar het intussen al meer dan twintig jaar meedraaiende The Herbaliser. Die nieuwsgierigheid werd beloond met een spetterende liveshow waarin vooral de blazerssectie uitblonk.

De leeftijd van de kernleden mag zich dan wel aan de verkeerde kant van dertig bevinden, als je horden tieners en twintigers in beweging krijgt op 'oude' muziek, dan ben je duidelijk nog niet versleten. De combinatie van warme hiphopbeats en opzwepende achtervolgingstunes zorgden ervoor dat de Dance Hall al snel veranderde in een stomend funkfeestje. 'Absolutely wicked' noemde emcee Rodney P het zelf, en wij kunnen niet anders dan hem gelijk geven.
Robert Glasper Experiment ****

Heerlijk verdwalen

Weinig mensen hadden zin in jazz op een hete zaterdag, dat bleek bij het concert van Robert Glasper en zijn band in een door Lefto gecureerde Boombox. Wie wél was komen opdagen, zag de Blue Note-artiest en maker van het uitstekende ‘Black radio’ het beste van zichzelf geven.

De meer dan tien minuten durende jazz- en funkjams (bij de Grammywinnende pianist meer regel dan uitzondering) zijn uiteraard niet voor iedereen even interessant, maar wij liepen met plezier verloren in virtuoze interpretaties van songs van Sade, Common, Radiohead en Daft Punk. Dat we er ook de jazzy versie van ‘Smells like teen spirit’ bij moesten nemen (toch nog altijd een beetje heiligschennis), vergeten we graag.

Speciale vermelding ook voor saxofonist Casey Benjamin, die kwam bewijzen dat je met een keytar en vocoder ook op subtiele manier een eightiessausje over je muziek gieten kan. Gehoord, Kanye?
Ultramagnetic MC's **

Eentonige geschiedenisles

Wij hebben veel respect voor wat de Ultramagnetic MC’s ons in het verleden hebben gegeven: een klassiek album (‘Critical beatdown’, dat net als het festival zijn 25ste verjaardag viert), revolutionaire productietechnieken (Ced-Gees beatchops waren tot dan ongezien) en één van de meest geflipte en kleurrijkste figuren uit de hiphopgeschiedenis (de legendarische Kool Keith).

Aangezien de meerderheid van de aanwezigen nog in luiers rondkroop tijdens Ultramagnetics topperiode, leek een trip down memory lane ons zelfs een uitstekend idee. Toch was de show iets te schreeuwerig en (ondanks de kleurrijke kostuums en laserlichtjes) te eentonig om ons echt te boeien. Een gemiste kans om de kids wat bij te scholen.
Oddisee ***** 

Hartveroverend

Hoe komt het dat artiesten die hun hart en ziel in hun muziek leggen en halsstarrig weigeren op artistiek gebied enige toegevingen te doen, zo moeilijk volk naar hun shows weten te lokken? Wij breken er ons al een tijdje het hoofd over, en dat is er na het concert van Oddisee in de Boombox niet op verbeterd.

Een veel te klein publiek zag een aanvankelijk licht nerveuze, maar ambitieuze en eerlijke emcee met een uitstekend op elkaar ingespeelde begeleidingsband (hyperkinetische toetsenist incluis) in de rug. De ontwapenende Oddisee had met zijn lekkere flow, positieve boodschap en heerlijke beats hetzelfde effect op de tent als een intraveneus toegediend shot Red Bull. Vooral in songs als ‘American greed’, ‘The need superficial’ en ‘Do it all’ wist Oddisee zijn verlegenheid om te buigen in zelfvertrouwen en verleidde hij zijn publiek tot een opzwepend, maar tegelijk sociaalbewogen feestje.

Hoogtepunt was ‘Anothers grind’, dat door de enthousiaste publiekreacties een hartverwarmende gloed doorheen de tent verspreidde. Wie Oddisee op Dour aan het werk zag, heeft hem wellicht voor altijd in het hart gesloten. Terecht.
Jurassic 5 ***

(H)eerlijk entertainment

Positieve partyrhymes, razend aanstekelijke beats en onnavolgbare scratches: wij moeten de eerste kniesoor die Jurassic 5 géén warm hart toedraagt, nog tegenkomen. Het zestal toonde zich crowdpleasers en showmen par excellence, want naast het lekkerste uit hun debuutalbum en opvolger ‘Quality control’ kregen we onder meer vakkundig ingestudeerde danspasjes en een hilarische dj-battle (waarin onder meer een levensgrote turntable werd gebruikt) tussen Cut Chemist en Nu-Mark op ons bord.

Tussen alle feestvreugde door was er toch even een moment van diepgang: Chali 2na vroeg ons even stil te staan bij de dood van Trayvon Martin en de vrijspraak van diens moordenaar George Zimmerman, zonder daarbij al te moraliserend te klinken. Mooi, zo’n emotioneel moment te midden van een hoogst entertainend concert.
Flying Lotus ****  

Verwachtingen inlossen

Het Dourfestival en Flying Lotus: we kunnen ons geen geslaagder huwelijk voorstellen. Ook de vierde passage van de meest gevierde beatmaker van de voorbije vijf jaar draaide uit op een moeiteloze overwinning. FlyLo had zich voor de gelegenheid verstopt tussen 2 constant grafische hoogstandjes spuwende megaschermen en schipperde muzikaal tussen psychedelische synthriedels en loodzwaar beatwerk uit z’n meest recente albums en van collega’s als TNGHT en Samiyam.

Toen de megaschermen FlyLo’s rappende alter ego Captain Murphy aankondigden, kregen we de man eindelijk echt te zien. Het enthousiasme waarmee FlyLo zijn vuilbekkende raps ten berde bracht, doet ons vermoeden dat hij diep vanbinnen nog liever voltijds emcee was geworden. Hij leek zelfs oprecht teleurgesteld toen hem werd gevraagd zijn set af te ronden, en dat waren wij ook. Topshow van een topproducer die moeiteloos de hoge verwachtingen inloste.
Joy Orbison ***

Sloopwerk

Peter O’Grady alias Joy Orbison is bij ons vooral gekend om zijn onweerstaanbare track ’Hyph mngo’ uit 2009, één van eerste dubsteptunes die de daarvoor bejaard verklaarde house omarmde, en floorfillers als ‘Swims’ (samen met maatje Boddika).

In la Petite Maison dans la Prairie kregen we zaterdagnacht een heleboel gelijkaardige hoekige housetracks met zeer stevige, alles slopende beats te horen, waarin af en toe wat bekende elementen zaten verwerkt (we meenden zelfs enkele flarden ‘Pump up the jam’ te horen). Ideaal om het weinige vocht dat ons lichaam nog bevatte helemaal uit te zweten.

(eerder verschenen op www.cuttingedge.be

Comments