Hoewel de loodzware witch house-beats van Holy Other
(**) zelfs de statische zuilen van de volledig in het zwart gehulde
Hortazaal deden trillen, kregen ze het publiek nauwelijks in beweging.
Soms lagen de beukende kickdrums immers zo ver uit elkaar dat de songs
eindeloos en onderling inwisselbaar werden.
Gelukkig konden we gemakkelijk de tentoonstellingsruimte invluchten
en ons onderdompelen in kunst: héérlijk om –begeleid door beats- langs
het werk van Antoine Watteau, Neo Rauch en de artiesten uit het atelier
van Francis Bacon te struinen.
Terug naar de Hortazaal, want daar begon Mancunian D/R/U/G/S
(**) aan z’n set. Buiten het feit dat diens eclectische housesetje veel
warmte uitstraalde en de aanwezigen aan het dansen kreeg, valt daar
echter niet veel over te vertellen.
De passage van Squeaky Lobster (****) was wél
memorabel. De Vlek-producer goot z’n in duizenden stukjes gebroken beats
gul uit over een zweterige Fumoir en z’n enthousiasme –de man danst en
zingt passioneel mee- werkte uiterst aanstekelijk. De Brusselaar (die in
februari nog het uitstekende ‘Killing eleven’ uitbracht) speelde
weliswaar een thuismatch, maar je hebt geen glazen bol nodig om te
voorspellen dat deze kerel gelijk welke tent in de fik kan steken.
De stijlbreuk met de trage elektronische R&B die Lapalux
(***) uit z’n machines wrong was groot, en het duurde dan ook even eer
de jonge Brit het publiek op zijn hand kreeg. Ook liep de synchronisatie
tussen de schelle synths en drumlijnen niet altijd even perfect,
waardoor sommige tracks veranderden in een onsmakelijke muziekbrij. Pas
toen hij de meer sensuele tracks van z’n debuutalbum ‘Nostalchic’
bovenhaalde, hoorden wij staaltjes van het talent dat
Brainfeeder-opperhoofd FlyLo vermoedde toen die ‘m een platencontract
voorlegde.
Letherette (****) werd al meermaals vergeleken met
Daft Punk, en gezien het duo uit Wolverhampton een eerste keer ons
landje aandeed, tekenden vele hipsters present. Die Daft
Punk-vergelijkingen zijn dan ook volstrekt normaal: de Britten mengen
funky electrohouse en melodische hiphop die weinigen onberoerd laat.
Vooral bij het sexy ‘Restless’ en het zonnige ‘D&T’ zagen wij niets
dan kamerbrede glimlachen.
Jimmy Edgar en Travis Stewart -je raadt zelf wel waar hun artiestennaam JETS
(***) vandaan komt- breiden een vervolg aan het feestje door zowel uit
hun vorig jaar uitgebrachte ‘Jets EP’ als uit hun respectievelijke
solowerk te putten. Stewart (vooral gekend als Machinedrum)
concentreerde zich daarbij vooral op z’n gekende footwork-experimenten,
terwijl Edgar retestrakke house door de speakers joeg. Wij zijn er
alvast van overtuigd dat zelfs Victor Horta met dit concept zou
weglopen: hoedje af voor BOZAR!
(deze review verscheen eerder op www.cuttingedge.be)
Comments
Post a Comment